Nieuws
Interview door baron Johan Swinnen (JS) met ridder Loïc De Cannière(LDC), auteur van het boek ‘Afrika: een gedroomde toekomst’
JS: In het boek ‘Afrika: een gedroomde toekomst’ schetst u een vrij optimistisch beeld van de toekomst van het Afrikaanse continent. Wat dreef u om dit boek te schrijven?
LDC: Ik was de laatste dertig jaar vaak in Afrika: eerst voor het waterbouwbedrijf DEME (deel van de groep Ackermans & van Haaren) en daarna als CEO van Incofin Investment Management (‘Incofin IM’). Met Incofin IM, een impact-investeringsmaatschappij, investeerden we de afgelopen twintig jaar meer dan een half miljard euro in 23 Afrikaanse landen, in microfinancieringsinstellingen, landbouw- en voedingsbedrijven en kleine drinkwaterbedrijven. De investeringen van Incofin IM streven naar een financiële opbrengst gecombineerd met een meetbare positieve sociale impact. De bedoeling is om kleine ondernemers en landbouwers zoveel mogelijk in het economische circuit te integreren en hen op die manier toekomstperspectief te bieden.
Ik ben gefascineerd door Afrika en wilde mijn ervaringen en analyses te boek stellen. Daarbij wilde ik een bijzondere invalshoek hanteren. Het viel me op dat onze media doorgaans een zeer pessimistisch beeld van Afrika ophangen, waarin oorlog, honger en miserie overheersen. Dit beeld is zeer eenzijdig. Ik heb in Afrika vaak erg veel hoopgevende ontwikkelingen gezien, waarover media nauwelijks berichten. Vandaar de titel van mijn boek: Afrika, een gedroomde toekomst. Bovendien wilde ik als econoom een inschatting maken van de evolutie van het Afrikaanse continent tussen nu en 2050. Er is veel gezegd en geschreven over het verleden van Afrika, maar weinig over de toekomst. Ik wilde vooral een analyse van de toekomst van dit continent met zijn zeer jonge bevolking maken.
JS: U analyseert de toekomst van het Afrikaanse continent dus als econoom en investeerder. Welke ziijn de kernpunten van uw analyse?
LDC: Ik vertrek vanuit de demografische evolutie van sub-Sahara Afrika. De bevolking (vandaag 1,1 miljard mensen) zal er tegen 2050 verdubbelen en tegen het einde van de eeuw verdrievoudigen. Als gevolg hiervan zullen in de komende drie decennia jaarlijks meer dan 20 miljoen jongeren op de arbeidsmarkt toevloeien. Dat is een enorm aantal. Het is essentieel dat de werkgelegenheiddgroei gelijke tred houdt met de demografische groei en dat Afrika er bijgevolg in slaagt om jaarlijks 20 miljoen bijkomende jobs per jaar te creëren. Zoniet dreigen werkloosheid, armoede en onrust. Ongetwijfeld zal meer werkloosheid de migratiedruk, ook richting Europa, verhogen. In het boek onderzoek ik of en hoe Afrika deze noodzakelijke noodzakelijke massale jobcreatie kan aanpakken.
JS: Uw analyse van de toekomst van Afrika stemt – objectief gesproken - niet echt tot optimisme. Wat verantwoordt uw optimistische kijk?
LDC: Afrika staat inderdaad voor reusachtige uitdagingen. Maar ik zie twee redenen om toch optimistisch te zijn.
Ten eerste munten Afrikanen uit door creativiteit en ondernemerschap. Professor Clayton Christensen van Harvard Business School beschreef in zijn boek ‘The Prosperity Paradox’ hoe Afrikanen de bijzondere eigenschap bezitten om ondernemingen te doen groeien en bloeien in een omgeving met lage koopkracht, waarin westerse bedrijven niet bereid zijn te opereren. Ik stel vast dat Afrika over steeds meer succesvolle ‘unicorns’ beschikt, bedrijven die meer dan 1 miljard dollar waard zijn. Er ontstaan bovendien grote panafrikaanse conglomeraten in de voedingsector en in de banksector. Dat was tien jaar geleden nauwelijks het geval. En uiteraard zijn er de miljoenen dynamische micro-ondernemers, waarvan ik er honderden heb gezien en gesproken.
Ten tweede heeft de demografische evolutie in Afrika ook een zeer positieve zijde. Afrikanen zijn gemiddeld 19 jaar oud. In de Europese Unie bedraagt de gemiddelde leeftijd 44 jaar. De leeftijdskloof tussen Afrika en Europa bedraagt dus 25 jaar. Een jonge bevolking is een broeinest van creativiteit en innovatie. Dat merken we onder meer in de groei van de creatieve sectoren (mode, muziek, film, plastische kunsten) en in de technogiesector (fintech, agritech). Een jonge bevolking, met een vlotte toegang tot sociale media, zet autoritaire regimes onder druk en dwingt ze tot meer transparantie, democratische hervormingen en respect voor mensenrechten. Dat is een goede zaak voor Afrika.
JS: Welke rol ziet u weggelegd voor Europa, dat een lange, niet onbesproken geschiedenis deelt met Afrika?
LDC: Het is tijd om de bladzijde van het verleden om te draaien en te werken aan een gelijkwaardig partnership tussen Europa en Afrika, het ‘twin continent’ zoals gewezen Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker Afrika noemde. In een wereld van toenemende geopolitieke spanningen moeten Europa en Afrika een tandem vormen die de belangen van beide partijen ten goede komt, bijvoorbeeld op het vlak van energie, klimaat, grondstoffen, technologie en arbeidsmobiliteit . Door uitdrukkelijk het wederzijdse belang na te streven, zal Europa zich in positieve zin onderscheiden van de manier waaarop andere vreemde mogendheden, zoals China en Rusland, in Afrika optreden. De Europese Unie heeft stappen in de goede richting gezet. Afrikanen werken graag samen met Europa, maar Europa moet meer bereidheid tot dialoog en slagkracht tonen. Wat dat laatse betreft, heeft Europa veel van China te leren. Die boodschap krijg ik van talrijke Afrikaanse gesprekspartners.
