Over ons
De VAKB in een notendop
De Vereniging van de Adel van het Koninkrijk België bewaart het morele, solidaire en culturele erfgoed dat de adel heeft verworven. Zij verdedigt de gemeenschappelijke belangen van haar leden, versterkt de banden tussen families en eert de traditionele waarden van loyaliteit, uitmuntendheid en het helpen van anderen. De VAKB werd opgericht in 1937 en heeft nu meer dan 19.000 leden.
Woord van de voorzitter
Beste leden, beste vrienden,
Ik kan u verzekeren dat ik mij volledig zal inzetten voor de verdediging van onze waarden en voor de ondersteuning van alle activiteiten van onze vereniging.
Daarvoor word ik gesteund door twee uitvoerende vicevoorzitters: Sophie de Troostembergh en François Desclée de Maredsous. Het team wordt ook versterkt door de aanwezigheid van een secretaris-generaal: Olivier Cardon de Lichtbuer. Elk van hun rollen is belangrijk omdat ze voor een betere aanwezigheid van het management zorgen, een vlotte informatiestroom mogelijk maken en voor de goede uitvoering van onze verschillende projecten instaan - de versterking van wederzijdse hulp, de ontwikkeling van activiteiten voor jongeren, de modernisering van onze gemeenschap en de optimalisatie van ons hoofdkantoor.
Dit team werkt in dezelfde richting als onze voorgangers. We zullen ook het vrijwilligerswerk van onze leden en de activiteiten die zij ontplooien ondersteunen. Het is dankzij hen dat onze vereniging een vlucht heeft kunnen nemen zoals we die kennen. Evenzo is het dankzij ieder van jullie dat we de juiste balans kunnen bewaren tussen wie we zijn en de wereld rondom ons.
Baron Van Daele
Voorzitter
De geschiedenis van het huis
In 1999 nam de VAKB haar intrek in het prestigieuze hotel van de Franklin Rooseveltlaan 25 dat in 1930 werd gebouwd door Lucien Lambiotte. Deze laatste wou zich een mooie residentie in onze hoofdstad aanschaffen en beknibbelde niet op de kosten: gevel geïnspireerd op die van het befaamde Osterrieth Hotel in Antwerpen, overdaad aan kostbaar marmer, houtwerk en fijn gebeiteld smeedwerk. Zonder het met zekerheid te mogen bevestigen, kunnen we redelijkerwijs aannemen dat het gebouw ontworpen werd door het architectenbureau Paul en Jacques Saintenoy.
Binnen in de grote zaal bevinden zich een brede renaissanceschouw, Aubusson wandtapijten en Louis XV kroonluchters die de luchters van de Mazarine-bibliotheek nabootsen. De Louis XV salon is ingericht met panelen in Chinese stijl en verfraaid met mahoniehouten parketvloeren. Het keek ooit uit over een tuin in "Franse stijl", nu omgebouwd tot een parkeerplaats.
De belangrijke eretrap zou afkomstig zijn van een Spaans kasteel: het schild van de Iberische tak van de Hornes verschijnt aan beide uiteinden van de trapleuning die versierd is met jachtmotieven en een enorm gebeeldhouwd everzwijn. Aan de muur hangen de wapenschilden van de families die met hun giften deelnamen aan de aankoop van het eerste gebouw van de vereniging (Vorststraat in Elsene).
Op de tweede verdieping werden de biljartzaal en de bar vervangen door een vergaderzaal en de zeer belangrijke heraldische en genealogische bibliotheek. Het belangrijkste doel van deze bibliotheek is de hulp aan onderzoekers bij het zoeken naar hun familiale voorgeschiedenis. Er is ook een personeelsappartement.
De eigenaar overleed in 1960. In 1967 droegen de erfgenamen dit huis over aan de n.v. Centre Culturel de la Cambre. Deze laatste ondernam werkzaamheden om het gebouw op te knappen en er het Claude Volter gezelschap te huisvesten, dat er gedurende enkele jaren zijn theatervoorstellingen gaf.
In 1987 werd het bedrijf overgenomen door de Compagnie Immobilière de Belgique (Immobel). Het hotel werd toen bezet door de Cercle des Nations en de Cercle du Royal Automobile Club de Belgique, die net waren gefuseerd.
Het was in 1998 dat de VAKB, onder het voorzitterschap van graaf de Liedekerke Beaufort, het gebouw verwierf. Het werd volledig gerenoveerd. Het landhuis werd omgetoverd tot een ontmoetingsplaats voor de leden van de vereniging.
In 2023 begon een nieuw tijdperk met een reeks vernieuwings- en verfraaiingswerken, altijd met als doel dit erfgoed te behouden en aan te passen aan de normen die de stad Brussel vereist.