Nieuws
Ontmoeting met Bénédicte van Zeeland, gevangenisverpleegster : zorg verstrekken achter tralies.
Op mijn 50e koos ik ervoor om een weloverwogen carrièreswitch te maken, nadat ik het grootste deel van mijn loopbaan op de spoedeisende hulp had gewerkt. Ik wilde mijn vaardigheden inzetten voor een andere doelgroep, in een unieke en specifieke omgeving. Zo ben ik toegetreden tot de gevangenis van Leuze-en-Hainaut als medisch technisch expert van de gevangenis.
Philippe de Potesta: Hoe gaat u om met het ritme van een dag in de gevangenis?
Bénédicte van Zeeland: Het tempo van de gevangenis wordt zeker beperkt door de beveiliging, maar ik zie het als een kans om mijn beroep als verzorger uit te oefenen. Het dagelijks leven kan emotioneel belastend zijn en vereist constante waakzaamheid. De voldoening om contact te kunnen maken, pijn te verlichten of een gevangene in zijn opname te ondersteunen, geeft betekenis aan ons werk. Het doel is om de menselijkheid van de zorg te doen bestaan, zelfs tegenover de meest zwaarste gedragingen.
Mijn consultaties zijn bevoorrechte momenten die mij in staat stellen een band met de gevangenen op te bouwen. Maar ik heb geen oogkleppen op: sommige gevangenen zijn niet altijd "aardig" of meewerkend: beledigingen en agressief gedrag horen er helaas bij. Deze reacties weerspiegelen vaak een groot lijden, een frustratie ten opzichte van het systeem, een totaal gebrek aan referentiepunten of een gebrek aan opvoeding. Mijn prioriteit blijft de zorg. Ik houd mijn grenzen duidelijk, ik herinner mijn patiënten aan het kader en aan de regels van wederzijds respect, terwijl ik absolute discretie garandeer.
Philippe de Potesta: Hoe bouwt u een zorgrelatie op en hoe verloopt hun medische opvolging?
Bénédicte van Zeeland: De zorgrelatie en de medische opvolging van gevangenen worden geleid door het principe van gelijkwaardigheid van zorg (het recht op een zorg die gelijkwaardig is aan de zorg die toebedeeld wordt aan het maatschappelijk middenveld) en door het respect voor de rechten van de patiënt, met inbegrip van professionele geheimhouding.
Deze relatie is gebaseerd op verschillende essentiële pijlers:
- Wij benaderen gevangenen zonder vooroordeel en met empathie, als volwaardige individu’s, ongeacht de redenen voor hun opsluiting, door een continuïteit van zorg te garanderen vóór, tijdens en na hun detentie.
- Wij garanderen de geheimhouding van medische informatie, wat essentieel is voor het opbouwen van vertrouwen.
- Bij hun aankomst wordt een eerste beoordeling gemaakt (inclusief het medische, psychologische en suïcidale risico, dat aan het begin van de detentie bijzonder hoog is). Binnen 24 uur na aankomst wordt een medisch onderzoek uitgevoerd door een arts en een verpleegkundige. Het maakt het mogelijk om de gezondheidstoestand van de gevangene te beoordelen, zijn fysieke en psychologische problemen te identificeren en de voortzetting van de behandeling te waarborgen: bijvoorbeeld substitutiebehandeling voor drugsverslaafden.
Elke instelling heeft een multidisciplinair zorgteam: met huisartsen, verpleegkundigen, psychiaters, psychologen, tandartsen en kinesisten. Gevangenen hebben het recht om elke dag een bezoek aan de ziekenboeg aan te vragen: wij bieden er de eerste hulp aan (kwetsuren, breuken, bloedafnames, elektrocardiogrammen, tandpijn, enz.), terwijl gespecialiseerde consulten worden georganiseerd volgens een afsprakenkalender.
- Hoewel ik in een veilige omgeving werk en nauw samenwerk met de toezichthouders, wil ik mijn professionele identiteit als verpleegkundige behouden. Deze neutraliteit wordt als dusdanig ervaren door de gevangenen en bevordert de vertrouwensband.
Philippe de Potesta: Kan detentie een hefboom zijn voor persoonlijke transformatie?
Bénédicte van Zeeland: Transformatie hangt vooral af van de wilskracht en de veerkracht van de gevangene. Het systeem biedt hulpmiddelen: werk, beroepsopleiding, culturele activiteiten, sportactiviteiten en therapeutische programma's, maar de weg ernaartoe is persoonlijk. De meest succesvolle reclasseringsparcours betreffen over het algemeen gevangenen die hun schuld hebben toegegeven en bereid zijn om genoegdoening te bieden voor de schade die de slachtoffers hebben geleden.
Maar ik stel ook vast dat overbevolking in gevangenissen, geweld en de invloed van andere gevangenen deze inspanningen kunnen saboteren en de situaties kunnen verergeren. De menselijke en materiële middelen die voor reclassering zijn toegewezen, blijven onvoldoende en dat beperkt onze acties.
Philippe de Potesta: Waarin verschilt het werk van een verpleegkundige in een gevangenisomgeving van zijn/haar werk in een ziekenhuisomgeving?
Bénédicte van Zeeland: Het verschilt vooral door het beperkende veiligheidskader, de globaliteit van de zorgbehandelingen en de specificiteit van de populatie.
Wij werken met strikte regels en zijn afhankelijk van de agenten voor de concrete organisatie van ons werk: veiligheid primeert en dat kan de organisatie van onze zorg beïnvloeden.Wij behandelen een breed scala van aandoeningen: problemen van mentale gezondheid, verslavingen, infectieziekten, chronische zorg en urgenties. En wij doen dit met middelen die beperkter zijn dan in een ziekenhuis, wat een grote polyvalentie van ons vraagt. Wij bieden immers integraal de opvolging, de screening en de preventie aan.
Een ander punt om te benadrukken is dat een verzoek om zorg manipulatief kan zijn: ik moet vaak het onderscheid maken tussen wat een echt verzoek is en wat meer een poging is om uit de cel te geraken of een verlangen om toegang te krijgen tot afgeleide medicatie. Het kan soms vermoeiend zijn, maar het hoort bij ons werk.
Philippe de Potesta: Een grote dankjewel aan Bénédicte van Zeeland voor dit interview en voor de kwaliteit van haar antwoorden.
Wij danken ook Philippe de Potesta
