Deze website maakt gebruik van cookies. Essentiële en functionele cookies zijn noodzakelijk voor de goede werking van de website en kunnen niet worden geweigerd. Andere cookies worden gebruikt voor statistische doeleinden (analysecookies) en worden alleen geplaatst als u met de plaatsing ervan instemt. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie.

24/04/2025

In het hotel de Gaiffier d'Hestroy in Namen, waar het museum van oude Naamse kunsten is gevestigd, debuteert de tentoonstelling LOUISE D'ORLÉANS, eerste koningin der Belgen: een romantisch lot.

De heer Julien de Vos is voor de Provincie Namen directeur van de Dienst Musea en Cultureel Erfgoed

Philippe de Potesta: geachte heer de Vos, is er een verschil tussen de tentoonstelling over Louise d'Orléans die in Chantilly plaatsvond en de tentoonstelling die momenteel tot half juni in Namen loopt?

Julien de Vos: de tentoonstelling in het Musée Condé in Chantilly was een gelegenheid om de bijzondere plaats die Louise innam in het koninklijk huis van Orléans op te roepen en om het belang ervan op een bepaalde manier te rehabiliteren, met een bijzondere nadruk op de smaken en de passies die ze van haar ouders had geërfd. De tentoonstelling in Namen voegt een aanvullende, meer persoonlijke component toe aan deze eerste presentatie, niet alleen dankzij de geschriften van de vorstin (haar overvloedige correspondentie, haar schetsboeken, haar "schoolmeisjes"-oefeningen, haar reisnotitieboekjes, enz.), maar ook dankzij de hulp van voorwerpen en souvenirs die zij verzamelde of zelf maakte. Zo onthult de scenografische rondleiding bijvoorbeeld voor het eerst juwelen en sentimentele voorwerpen, maar ook sculpturen, tekeningen en aquarellen die de eerste koningin der Belgen zorgvuldig in haar appartementen bewaarde in romantische portefeuilles of albums. De voorgestelde stukken, die nog nooit tevoren tentoongesteld waren, zijn dus talrijker en diverser om met bescheidenheid de intimiteit van Louise te ontdekken, vanaf haar passie voor de Middeleeuwen en zijn kastelen, tot haar Belgische verbondenheid en de gevechten die haar visie op de koninklijke functie hebben gesmeed. Aan het einde van het bezoek, ver van de visie van een zichzelf wegcijferende vrouw en een vergeten koningin die de herinnering al te vaak heeft achtergelaten, wordt Louises persoonlijkheid aan de bezoeker onthuld zoals die er destijds uitzag: een icoon voor België die haar beschermengel werd, een eerste koningin der Belgen die het lot van een romantische heldin kende.

Ph de P: Is er onder de tentoongestelde stukken eentje die een bepaalde emotie oproept?

J de V: Het tentoongestelde object dat voor mij en voor de bezoekers de meeste emotie opwekt, is ongetwijfeld de gouden armband met de medaillons in de vorm van hartjes, met daarin het haar van Louises naaste familieleden. Dit kostbare juweel, dat de Koningin der Belgen in staat stelde innig dicht bij haar dierbaren te blijven, werd op 3 april 1844 door koningin Victoria van Engeland geschonken ter gelegenheid van de verjaardag van Louise. Het maakt deel uit van de lange romantische traditie van sentimentele sieraden die gebruikt werden als kostbare reliekhouders, naar believen meegenomen door Louise tijdens haar uitstapjes of, vaker, gedragen in de privacy van haar appartementen. Ze zijn de belichaming van de hechte banden en van de familiale herinneringen die de leden van de prinselijke hoven graag opriepen, door dergelijke voorwerpen aan te bieden en uit te wisselen. De miniaturisten, makers van deze sentimentele juwelen, waren bijzonder gezochte kunstenaars, in zoverre dat de kostbaarheid van de gouden recipiënten - vaak versierd met edelstenen - kon worden gecombineerd met het gebruik van miniaturen, gemaakt door de grootste kunstenaars, van wie de beroemdste ongetwijfeld William Charles Ross is. Geïnspireerd door de officiële portretten van Franz Xaver Winterhalter, concentreerde de miniaturist zich op het behoud van alleen maar de ogen, die als "de stem van de ziel" werden beschouwd. En het is deze overvloed van pupillen die opvalt, terwijl in verschillende van deze medaillons bepaalde inscripties soms de "eigenaar" van het oog identificeren. In andere gevallen wordt de voornaam op het deksel gevormd door het gebruik van acrostichons, waarbij de initiaal van elke steen een zeer specifieke letter vertegenwoordigt. De kostbaarheid van deze twee objecten, intiem en vertrouwd, werpen een ontroerend licht op de gevoelens die de koningin in haar dagelijks leven ervaart. Het zijn de onderzoekingen, die in nauwe samenwerking met het Musée Condé werden uitgevoerd, die het mogelijk maakten om niet alleen geschiedenis van deze stukken terug te vinden en te traceren, maar ook om de stukken zelf te verwerven. Zij zijn nu eigendom van het museum van Chantilly en zijn dus toegetreden tot de collecties waarvan het ontstaan gevormd werd door Louises eigen broer, de hertog van Aumale Henri d’Orléans.

Hartelijk dank aan de heer de Vos, een man met een passie voor geschiedenis, voor zijn uitleg die ons echt zin geeft om deze fascinerende tentoonstelling over onze eerste koningin te ontdekken op de prestigieuze plaats die het hotel de Gaiffier d'Hestroy is, in het centrum van Namen. Tentoonstelling geplaatst onder de Hoge Bescherming van Hare Majesteit de Koningin.

Tentoonstelling geplaatst onder de Hoge Bescherming van Hare Majesteit de Koningin.

Philippe de Potesta

Foto's