De adel
De oorsprong van adel
De oorsprong van de adel moet worden gezocht in een zeer ver verleden...
In oude oorkonden vinden we de vermelding van "nobiles" die voorkomt naast "milites" en "ministérielles". Maar na de Germaanse invasies in het Romeinse Rijk ontstond een sociaaleconomische mengelmoes die ervoor zorgde dat het moeilijk werd om uit te maken of deze "nobiles" afstamden van Gallo-Romeinse of van Germaanse families.
In de vroege middeleeuwen en vooral tijdens de kruistochten, overheerste de militaire rol van de adel. De feodale heer moest een eed van getrouwheid en zwaard afleggen aan zijn opperleenheer. Tegelijkertijd ontwikkelde zich een nieuw ideaal, namelijk ridderlijkheid, die moed, trouw aan de koning en bescherming van de zwakkeren betekende.
De staten breiden zich uit, de administratie groeit. Geleidelijk aan kregen de vorsten de gewoonte om hun naaste medewerkers te belonen door hen in de adelstand te verheffen. De hertogen van Bourgondië veredelden zo een veertigtal families in ons land, een trend die zich zou voortzetten tot aan het einde van het Ancien Régime. De adelstand werd verkregen als beloning voor daden van glorie op het slagveld, maar vooral voor diensten die aan de soeverein werden bewezen, door de uitoefening van hoge gerechtelijke of administratieve functies. Deze traditie werd na 1830 voortgezet in België.
De Adel in België
Gunst en geen voorrecht
De adel moet worden beschouwd als een gunst die door de koning wordt verleend en niet langer als een voorwendsel voor privileges. De adeldom is wettelijk erkend en het is de Belgische adellijke wet die bepaalt welke titels mogen worden gedragen en onder welke voorwaarden ze overdraagbaar zijn.
Vandaag zijn er ongeveer 1.200 adellijke families in België. 350 waren al adel onder het Ancien Régime: deze waren het voorwerp van een officiële erkenningsprocedure door de Belgische Staat.
Om gebruik te maken van zijn recht om adellijke gunsten te verlenen, wordt de koning bijgestaan door een adviescommissie. De leden worden door hem benoemd. Hij legt hen ter consultatie de namen voor van de personen die op grond van hun verdiensten zouden kunnen genieten van adellijke gunsten.
Om officieel erkend te worden, moet deze gunst bevestigd worden door "Adelbrieven". Deze brieven vermelden de begunstigde van de gunst, zijn/haar titel en de voorwaarden voor overdraagbaarheid op afstammelingen. Ze moeten door de begunstigde gelicht worden, wat de betaling van registratierechten impliceert.
Wat betekent het om vandaag adellijk te zijn?
Edelman of edelvrouw zijn impliceert vooral verplichtingen: het verdedigen en in ere houden van de waarden waaraan de adel traditioneel is gehecht. De eerste waarde is de zin voor wat blijft, dat wil zeggen gehechtheid aan het gezin en aan het nastreven van het algemeen welzijn. Daarbij komt nog de loyaliteit aan zijn land en, in België, aan de monarchie. Van primair belang zijn ook de ethische waarden waaraan de edellieden al eeuwenlang gehecht zijn: eerlijkheid, trouw, erewoord, plichtsbesef, solidariteit, respect voor het morele en materiële erfgoed dat door ouders en voorouders is doorgegeven, beleefdheid en goede manieren.
De hedendaagse edellieden werken eraan om de adellijke gunsten die zij van hun voorouders hebben geërfd, waardig te blijven dragen. Om dit te doen, moeten ze streven naar uitmuntendheid. Afhankelijk van de capaciteiten van elke persoon is het een kwestie van streven naar kwaliteit in sociale relaties. Deze zoektocht naar uitmuntendheid moet natuurlijk gepaard gaan met een essentiële bescheidenheid: terughoudendheid en hoffelijkheid behoren tot de fundamentele houdingen die men mag verwachten van een zogeheten adellijk persoon.
De adel blijft open voor de samenleving als geheel: de leden bekleden de meest uiteenlopende functies. Zij vernieuwt zichzelf door de adellijke gunsten die door de koning worden verleend. In 1989 publiceerde de liaisoncommissie van de adellijkee verenigingen van Europa een ethische code van de adel.